Home » 2018 » mei

Maandelijkse archieven: mei 2018

Sint Nicolaas

EEN LEVEN VOOR DE FILOSOFIE, 19 mei 2018

De filosoof Jeroen Buve streed voor een groot deel van zijn leven tegen de molens van de universiteiten ter verdediging van de metafysica. Doch de onzichtbare werkelijkheid achter de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid was in Academia al lang geen serieus onderwerp meer. De wetenschap kon er niets mee. Jeroen Buve ging door voor een omstreden denker, men volgde zijn argumentatie niet, men kon hem niet plaatsen. Tegen de atheïst Herman Philipse en diens Atheïstisch Manifest schreef hij een Metafysisch Manifest, maar de bekende Philipse verwaardigde zich niet om de uitdaging aan te nemen.

Sybrand Buve, zoon van Jeroen, zette het werk van zijn vader voort na diens dood op 30 augustus 2017. Een biografie, te verschijnen bij uitgeverij De Blauwe Tijger, is in voorbereiding. Daarop neemt Sybrand in zijn voordracht al vast een voorschot. Zijn vader leefde voor de filosofie, maar voor het zover was maakte hij heel wat mee. Hij kwam uit een vooraanstaand en vermogend gezin; vader was jurist, moeder arts. Door verkeerde keuzes in de oorlog belandde Jeroens ouders in Duitsland, mede als gevolg van hun sympathie voor het nazisme in de jaren dertig. Van het een kwam het ander, vader raakte verwikkeld in de spionage en een foto door hem genomen werd hem fataal. Daar kwam nog een ruzie bij met zijn schoonvader, die hem uit huis gooide, en tegen het eind van 1944 vluchtte het gezin met zeven kinderen naar Berlijn. Geen gelukkige keus, want de stad werd voortdurend gebombardeerd, zodat de ouders met de kinderen regelmatig dekking moesten zoeken in de schuilkelders. Daarbij raakten de broertjes uit elkaar. Sommige van hen werden tegen het einde van de oorlog ingedeeld bij de Hitler Jugend. Op het laatst overleefden ze de explosie van een trein met munitie in de buurt van Stuttgart. Jeroen was toen negen jaar. Na de oorlog belandde hij in een pleeggezin, want zijn ouders zaten in de gevangenis. De familie viel uit elkaar. Sybrand vraagt zich af wat de invloed van zijn kinderjaren is geweest op zijn latere denken.

Van zijn twaalfde tot zijn achttiende volgde hij een opleiding voor priester in het seminarie van Hageveld (bisdom Haarlem). Als een van de besten behaalde hij het eindexamen gymnasium. Hij wilde monnik worden en ging naar het klooster van Chevetogne in de Ardennen, waar ze zowel de Romeinse als de Byzantijnse ritus volgden. Zijn intrede vond plaats in 1954. Vijftien bleef hij monnik, tot 1969. Maar terwijl ze hem uitzonden naar het buitenland, ontdekte hij dat hij liever filosoof werd dan theoloog. In elk geval wilde hij geen priester worden, en eind jaren zestig trad hij uit. In Berlijn en Heidelberg verdiepte hij zich in het Duitse idealisme en maakte hij kennis met de Griekse filosoof Panayotis Kondylis, een uitgesproken scepticus, en tegenpool van Jeroen Buve. Kondylis was een tegenstander van de metafysica, maar in de debatten met hem kreeg de filosofische instelling van Buve steeds meer vorm. Zo stelde hij dat er een “dubbele waarheid” is, een fysieke en een metafysische die elkaar ten onrechte dreigen uit te sluiten. Plato ziet hij als het oertype van de metafysica, en Aristoteles als zijn tegenpool. Maar was dat zo? Vulden die twee elkaar niet veeleer aan? Enfin, de gesprekken in Heidelberg waren van groot belang voor de vorming van de filosoof. Kondylis droeg aan zijn “vijand” zijn boek Macht und Entscheidung op. Daartegen antwoordde Buve met Macht und Sein. Promoveren zat er helaas niet in. In Rotterdam wendde hij zich tot hoogleraar Koos de Valk, die zijn publicatie bewonderde en beloofde dat hij bij hem kon promoveren. Andere professoren echter, door De Valk bij het project betrokken, achtten het wetenschappelijk onvoldoende. Tot slot zocht Jeroen Buve hulp bij professor Robert Spaemann, filosoof in München. Dankzij hem kon hij in Nederland promoveren.

Nu was Jeroen inmiddels getrouwd, en er moest brood op de plank komen. Daartoe was hij ambtenaar bij een bibliotheek in Friesland, waar men hem als een zonderling beschouwde, en politiek onverkoopbaar. Wat moesten ze in Friesland met een filosoof? In 1995 stichtte hij zijn eigen Rudolf von Laun Instituut, gewijd aan de toegepaste metafysica. Het was het enige instituut in zijn soort in Nederland. Het betekende oproeien tegen de stroom, en niet serieus worden genomen. Dat werd nog erger toen hij een verband begon te leggen tussen metafysica en democratie, met beroep op Plato. Jeroen Buve zag zichzelf als politiek filosoof, en begon zijn ideeën in publicaties te populariseren. Dat laatste leidde tot zijn boek Plato in het Vaticaan, hoogtepunt in zijn verschenen werken. Maar ook dat project wacht een bijna onneembare hindernis, want de katholieke Kerk heeft zich qua theologie en filosofie te sterk verbonden met Thomas van Aquino en diens aristotelisme om zich voor een rivaliserende openbaring van Plato te interesseren.

In 2006 verhuisde Jeroen Buve van Leeuwarden naar Deventer voor de oprichting van zijn Geert Grote Universiteit. Die instelling werd mede gedragen door verschillende individuele wetenschappers, maar bleef buiten de officialiteit. In 2013 werd pancreaskanker bij hem geconstateerd, een kwaal waaraan men doorgaans sterft. Buve overleefde als door een wonder. Zijn leven zou nog vier jaar voortduren, en toen hij in 2017 opnieuw ziek werd, alvleesklierkanker, wilde hij zich niet meer laten behandelen. Het laatste half jaar bracht hij door in een hospice, overigens in opperbeste stemming. Hij was altijd goed gehumeurd, ontving nog heel wat mensen aan zijn ziekbed en bleef tot zijn laatste adem helder van geest. Sybrand Buve maakt bekend dat de Geert Grote Universiteit gaat verhuizen van Deventer naar Rolduc, met de zegen van de bisschop van Roermond.

de voorzitter